Officiële meting bij WSP-LAB in Stuttgart

Geert Cardinaels: “De tests vinden plaats in een gesloten cel van 4 x 4 meter. Men meet dan hoeveel watt je nodig hebt per m² om die ruimte op een gewenste kamertemperatuur te houden. Bij de “verwarmingsmeting” worden de wanden van de cel gekoeld op bv. 18°C . De plafondverwarming moet dan het nodige vermogen/m² leveren om de gewenste kamertemperatuur bv. 20°C te behouden. Nadien wordt deze cel volledig ingepakt met isolatiepanelen (vloer en wanden). Bij koeling gaat men gebruik maken van metalen kokers met gloeilampen. Deze geschakelde gloeilampen brengen de cel op temperatuur, bijvoorbeeld 26°C. Het koelplafond moet dan het vermogen leveren om deze ruimte op kamertemperatuur te houden, lees koelen. En als je dat weet kan je een waarheidsgetrouwe berekening maken van de plafondverwarming en -koeling. Eén meting duurt ongeveer 12 uur.

Maar pas op!

Als je wil weten hoeveel oppervlakte (m²) je kan activeren met koeling/verwarming dien je rekening te houden met verlichting, ventilatieroosters en eventuele speakers. Want dat gaat allemaal af van de totale oppervlakte. Het verschil van de “bruto-oppervlakte” van het plafond ten opzichte van de “netto-oppervlakte” kan soms groot zijn. De type afwerking kan ook een verschil maken. De dikte en samenstelling van het gipskarton heeft ook een invloed op de afgifte per m². Hetgeen je berekening dan ook weer beïnvloedt. Wij houden altijd rekening met dié meting en met de specifieke omstandigheden zoals het aantal personen in een ruimte, warmtebelasting van licht, computers, oppervlakte van de ramen, de inval en verwarming door zonlicht, de ventilatie van een kamer of woning… Pas dan kan je een reëel scenario voorspellen.”